Piet Jellema

14 augustus 2009

Vandaag nemen we afscheid van Tony Feitsma. Ons deel van de familie woont op afstand in Noord-Holland, maar na enig speurwerk en een interview met mijn schoonvader, haar jongste broer Jaap, ben ik toch een paar aardige dingen tegen gekomen.

Tony werd geboren op 18 januari 1928 in Brantgum, als Anthonia Feitsma. Ze was de jongste in een gezin van drie kinderen en is vernoemd naar haar grootmoeder van vaderskant Anthonia Wiersema. Haar vader was Durk Feitsma en haar moeder Sytske Bierma. Durk was boer en Sytske was onderwijzeres. Nog veel verder terug in de tijd is het ook wel interessant, want de familie stamt uiteindelijk af van Karel de Grote. Dit is uitgezocht door haar oudste broer Feije, die in juli 2008 is overleden. Alles is vastgelegd in het Feitsma familie boek. U merkt het al, ze heeft het niet van een vreemde.

In 1932 verhuisde ze als peuter naar de Wieringermeer. Vervolgens heeft het gezin een korte periode op Wieringen gewoond. Daarna zijn ze weer terug gekeerd naar de Wieringermeer. De laatste plek was de Anthonia hoeve aan de Alkmaarseweg in Middenmeer, waar broer Jaap, de boerderij van zijn vader overnam en daar tot 1987 geboerd heeft.
Tony volgde lager onderwijs in Opperdoes. Daarna de ULO in Winkel . Vervolgens ging ze naar het Murmellius gymnasium in Alkmaar. Hier was ze in de kost bij de dames Koopman, die tegenover de school woonden, zodat er weinig tijd aan reizen verloren ging. Ze slaagde in 1946 als beste alpha leerling. Daarna ging ze Deens studeren aan U.v.A. met als bijvakken Fries en Frans. Kort geleden hoorde ik nog een anekdote over haar talen knobbel.
Het speelt aan de grens van Denemarken. Na een gesprekje werd alleen gevraagd uit welke streek van Denemarken ze kwam. Ze hoefde haar paspoort niet eens te laten zien. Na haar studie is ze assistent geweest aan de Rijks Universiteit van Groningen. Na een paar jaar werd ze lerares Frans aan de RHBS in Harlingen. Haar woning in Harlingen werd als gehorig ervaren maar de broers Jaap en Feije, met het oor tegen de muur, hoorden niks. Later deed zich in Buitenpost hetzelfde voor. In haar woning was een verderop gelegen fabriek te horen. Wij vonden het toen raar, dat je om die rede wilde verhuizen. Maar zo gek was het eigenlijk niet als je heel geconcentreerde moet werken. Wij vonden uit die tijd, bij het ordenen van haar administratie, een briefje van een vader. Die verzocht om het gummetje, dat door haar was afgepakt, terug te geven. Bij mij in de klas gebeurde het zelfde maar dan anders . De vader vroeg om het vlindermes terug te geven, wat ik van zijn zoon had afgepakt. Zo ziet u de tijden zijn wel veranderd. In die Franse tijd was één van haar leerlingen Liesbeth List. Tony heeft haar later eens ontmoet bij één van haar optredens. Liesbeth was zeer vereert met het bezoek van haar franse lerares.
In 1961 is ze weer op de universiteit gaan werken. Henk Meijering, haar beste collega, zal dat deel van het verhaal wel vertellen .

Ik ga nog even terug naar vroeger.
Via haar broer Jaap heb ik achterhaald waar haar grote passie voor het Fries vandaan kwam. In de Leeuwarder Courant, die ook aan de andere kant van de Afsluitdijk gelezen werd, stond in de 30 er jaren een rubriek die
“Moeike Wieke” heette. Die werd door Tony gespeld. Het heeft mij enige moeite gekost om het op internet te vinden, maar dat kwam omdat de stavering van Feitsma toen nog niet was uitgevonden.

Het gaat zo:
Praethoekje for de Fryske bern.
Jonge Friezen en Friezinnen
seille wy mar begjinne mei de Fryske les?
To dan mar:
Nije fryske les
Kreas oerskriuwe en sûnder flaters.
enz. enz.
De lessen werden natuurlijk gecorrigeerd door haar moeder.

Toen ze wat ouder werd, moest ze eens ergens naar toe. De dame in kwestie besloot te liften op de Afsluitdijk. Moeder Sytske was natuurlijk erg ongerust. Maar Tony zei heel geruststellend: “Niet nodig Mem, ik stap alleen in bij Friezen”. Kijk, zo mogen we het horen, in Friesland woont alleen goed volk.

Tony was niet wat je noemt een familiemens. Op het feest van haar tachtigste verjaardag was van de familie, alleen broer Feije aanwezig. Janke heeft daarna een feestje bij Janke thuis georganiseerd voor Tony en de familie, dat was tevens de laatste keer dat de familie bij elkaar was. Dat vond ze ook prachtig, met de wereld beroemde speechen van ome Eelke. Maar zelf zou ze nooit op dat idee gekomen zijn.

Als we op visite kwamen ging het zeker niet over onderwerpen die in de Privé stonden. Ze was meer geïnteresseerd in het onderwijs. We hadden dan leuke gesprekken zij luisterde als bijzonder hoogleraar en ik vertelde als bijzonder laag leraar, aan een zwarte school in Amsterdam-Oost. Van het competentiegericht leren en van b.v. de straattaal. Welke nieuwe woorden er gesignaleerd werden en hoelang ze bleven bestaan. Vroeger waren het enkele woorden maar tegenwoordig zijn het hele zinnen. Ik luister wel eens naar mijn leerlingen, maar soms is er weinig meer van te begrijpen.

Tante Tony is ook de uitvinder van de workshop. Als we op haar verjaardag kwamen, moesten we eerst wat kranten onder toezicht verplaatsen, anders konden we nergens zitten. Dan moest Bea de spruitjes doen, moeder Maaike het vlees en Piet deed de piepers. Koffie zetten moest je ook zelf doen. Stel je voor, de tijd in de keuken is toch verloren tijd. Een gesprek is veel belangrijker. En toch was het bar gezellig .

Tony hield ook erg van boeken. Moest je voor haar een cadeau bedenken, dan had een boek meer succes dan een bos bloemen. De boeken waren haar grote liefde. Alles stond vol, zowel beneden als boven. Ogenschijnlijk zonder orde, maar ze kon alles vinden. Ooit gaf ik haar een oud woordenboekje cadeau wat ik op de rommelmarkt gekocht had voor een kwartje. Jaren daarna belde ze op: Piet ik ben een brief van Halbersma aan het transcriberen en van één woord kon ik de betekenis niet van achter halen,(je zou zeggen dat moet wel een heel vreemd woord geweest zijn) maar ik heb het gevonden in het woordenboekje wat ik van jou gekregen heb. Kennelijk was dat bijzonder genoeg om mij te bellen.

Het laatste jaar was zwaar. Er kwamen steeds meer ongemakken bij. Een Tia een CVA en suikerziekte. Door al deze mankementen ging het lopen steeds slechter.

Een zwak punt van tante Tony was haar sociale vaardigheid.
De zoon van Janke deed haar boodschappen. Bij het afrekenen telde ze precies het wisselgeld uit. Het liefst gaf ze iets minder terug en zei dan:
“Sa is it wol genog toch…”
Tja, wij volwassenen zetten dan de pet scheef en gaan de volgende keer maar weer boodschappen halen. Maar bij de jeugd werkt dat niet zo.

Uiteindelijk ging het ook thuis niet meer en is ze naar Bornia Herne gegaan.
Toen kwam daar bovenop nog de operatie. Wonderlijk genoeg was ze direct na de operatie heel helder en begon bij ons bezoek onmiddellijk te regisseren. Als jij nu daar gaat zitten en jij daar. We hebben ons altijd verbaasd over hoe snel het daarna achteruit ging. Misschien toch de operatie.
Ze was ook blij met de kaarten die ze kreeg, hoewel er steeds andere verhalen bij verteld werden. Bij het volgende bezoek verbaasde je je dan weer. Ik las eens in de Schager krant dat het West-Fries de enige taal ter wereld is met dubbele suffix. b.v bruinegug en gelukkigug. Ik daar een beetje mee pochen. Meteen was ze helder, dat van jullie is een dialect (waar overigens ook een woorden boek van is) maar het Fries is een taal.

Waar we erg blij me waren, is dat ze nog net in een betere periode, de uitreiking van het Friese woordenboek, dat aan haar is opgedragen, heeft mee gemaakt.
Met dank aan Janke. Dat heeft veel indruk op haar gemaakt. Ze was er erg trots op. Steeds kwamen de foto’s uit de tas om even te laten zien.

Gelukkig kreeg ze in Bornia Herne regelmatig bezoek. Dat dankzij een schema van Alex nooit tegelijk kwam. In Bornia Herne was ze niet gelukkig, dat zagen we ook. We hadden daarom een plaats aangevraagd in Nij Friesma Hiem in Grou, maar het mocht niet zo zijn. Tja en dan ga je dood, maar eigenlijk ook weer niet. Tony laat veel achter voor de wetenschappelijke wereld. En, dat is het mooie van het leraarschap, je geeft je leerlingen ook wat van je zelf mee.

Om de Friese taal te steunen is er ook een fonds opgericht dat haar naam draagt.
Hierbij kunnen aan de Friese taal gerelateerde uitingen een subsidie aanvragen. Wij hebben er alle vertrouwen in dat het betuur de gelden goed besteedt en dat het fonds nog heel lang zal blijven bestaan.

Tante wordt straks begraven in Brantgum haar geboorteplaats en ook die van kunstschilder Ids Wiersma . Hij heeft in zijn tijd de illustraties verzorgt van een nieuwe uitgaven (1918). van de Rimmen en Teltsjes van de gebr. Halbertsma. Wie weet, kunnen ze daarboven er gezellig over praten .

Tot slot wil ik namens de familie alle mensen die Tony steunden, vooral in het laatste jaar, hartelijk bedanken. Maar een paar mensen wil ik in het bijzonder noemen, dat zijn:
Janke Sietsma
Alex Riemersma
Tine Betlehem
Mevrouw Kooiker
en dominee v/d Meer.

Ik wil graag afsluiten met een kort eenvoudig gedichtje  niet in het Fries, maar in mijn eigen taal het West-Fries. Het gedicht heet Goud en is van Ina Broekhuizen
goud

Je kroige in het leven veul kedootjes
een ruiker blomme of stik sukkelaad
een flessie woin, een mand met fruit
of een kaartje weer een bloie wens op staat

Maar ien kedo is toch ’t aldermooiste
niet te betalen, ’t is gewoôn van goud .
Dat is as er ientje, zonder dat je ’t vroege
jou helpt en steunt en zommaar van je houdt.